De veranderende Oudebildtdijk (4)


De veranderende Oudebildtdijk (4)
©:

De veranderende Oudebildtdijk (4)

In dit vierde deel  van deze vervolgserie pakken we de draad op met het zevende  tm. het elfde bewijs voor het bestaan van de Oudebildtdijk vóór 1505, toen nog Monnickendijck

 

Bewijs 7

Zeer goede bouwlanden. In het boek ‘Een Uytland geheheten Bil’ (Leendert Ferwerda, 2005) blz. 20, staat: na 1505- 1508 SK “Alle zynze zeer goed tot Bouwlanden niet alleen, maar ook tot zeer voedzame Weilanden”. Na 1508 is dus al land op het Oud-Bildt geschikt voor de landbouw en veeteelt! Dan moet dat toen al veel eerder beschermd zijn door een hogere zomerdijk, anders was dat het land veel te brak of zout!

Bewijs 8 Er zijn nu (2024) duidelijk veranderingen van het verloop van de Oudebildtdijk te zien met vele omleidingen en percelen staan niet overal meer haaks op de dijk. In de Bildtrekeningen (jaren 1505/1508-1575 en 1629-1633) is geen sprake van veranderingen van oppervlakte van percelen en kavels. Dat zou wel zo zijn bij het verleggen van de dijk om een dijkdoorbraak, wiel, heen. Die veranderingen in het tracé van de Oudebildtdijk (toen nog Monnickendijck) moeten dus vóór 1505 zijn opgetreden.

Bewijs 9 De Middelsee moet niet worden gezien als een diepe en brede zee met de Oudebildtdijk als een soort afsluitdijk. De Burdine liep als een diepe geul door Billând met aan weerskanten ondiepe uiterwaarden tussen de kwelderwallen van Leeuwarden-Holwerd en Marsum-Tzummarum  (afb.1) (ook te zien in boormonsters). Deze uiterwaarden en geul zijn geleidelijk vanuit het zuiden afgedamd door zomerdijken.

Afb.1 Beeld en werkelijkheid Middelsee-Burdine.

Bewijs 10 De Oudebildtdijk vormde dus in 1200 al samen met de andere zomerdijken: de Griene Dyk - oeverwal Beetgum-Minnertsga, Skrédyk/Langstraat, Zuidhoekster Middelweg en Middelweg, een pact tegen de zee om Billând stap voor stap in te polderen.

Bewijs 11 Dijk “op de oude maten”. Zelfs na de Allerheiligenvloed van 1570 bleef deze dijk Oudebildtdijk SK “op de oude maten“. (bron: Sannes, Geschiedenis van ’t Bildt. deel 1, blz. 81). “Tussen 1509 en 1570 is de Oudebildtdijk op geen enkele plek doorgebroken. De zware Bildtse zeedijk (1,50 m hoger en veel zwaarder dan de andere dijken om Fryslân) heeft hiervoor gezorgd”. Dit is een extra bewijs, dat de verandering van de loop van de Oudebildtdijk uitsluitend vóór 1505 hebben plaatsgevonden.

Dit is heel goed te illustreren met de twee dijkomleggingen bij de Kouweweg en Nij Altoenae. Op de afbeeldingen 2 en 3  heb ik de sporen van de twee dijkdoorbraken op deze plekken en de achterbleven wielen kunnen “blootleggen”. Op afb. 3 zie je een detail van de dam(zwarte lijn)  in de Monnickendijck, die daar rond 1200 en 1260 in de brede bedding van de Burdine toen, tussen Nij Altoenae en de Kadal is aangelegd. Deze Burdine liep via Marsum, de Prúlhoek, diagonaal langs Nij Altoenae, richting Zwarte Haan. De dam in de geul bleef een zwakke plek voor de vaak felle overstromingen, gezien de littekens van de dijkdoorbraken, wielen, omgeleide dijken, bodemstructuur en de verstoorde perceelstructuur, bij de Kouweweg en Nij Altoenae.

Colofon

Billând 2022-2025

© Tekst: Sytse Keizer
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s





Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Dorpscanons Het Bildt)