Boerderijen op Billând en 't Bildt


Boerderijen op Billând en
©:

Inleiding
De helft van het profiel van de ontworpen Oudebildtdijk lag er in 1505  al in de vorm van een steeds verhoogde zomerdijk op een brede kwelderwal. Deze werd tussen 1505 en 1508 nog één keer opgehoogd. Tien boerderijen van vóór 1505 In afb. 2 geef ik aan wat er vanaf de negende eeuw  met de Oudebildtdijk is gebeurd. De brede kwelderwal-zwart als basis, de verhoogde zomerdijk van vóór 1505, de verhoogde dijk van 1505 -groen en de situatie direct na de verkaveling in 1509. Met het huidige dwarsprofiel kun je terug redeneren hoe de Oudebildtdijk en de vaarten aan weerskanten er toen bij lagen. Uiteraard is de dijk in die meer dan 500 jaar stevig ingeklonken (van 4.41+ naar 3.30 + NAP-bruin) Aan weerskanten zijn vaarten gegraven, die duidelijk zichtbaar zijn op de kaart van Jan Jansz Coster uit 1571. Met de klei uit de gegraven vaarten werd de dijk opgehoogd. De vaart aan de Noordkant is vóór 1547 gegraven, want daarna zijn de oppervlakten van de kavels op het Nij Bildt steeds gemeten en ongewijzigd. De geplande kwelsloot ten Zuiden van de Oudebildtdijk is vervangen door de veel bredere en diepere vaart die ver zuidwaarts uitdijt.  Zover zelfs, dat daardoor een aantal boerderijen in het water zouden komen te staan. Daar werd de vaart in elk geval vóór 1527 gegraven, want langs de vaart hebben vanaf dat jaar de kavels altijd dezelfde oppervlakte gehouden.  De oppervlakte van de kavels langs de zuidzijde van de Oudebildtdijk veranderde niet. De totale oppervlakte van het Oud-Bildt veranderde niet tussen 1509 en 1527. De vaart werd al in 1509 op z’n breedst en moest om de al aanwezige boerderijen worden gelegd. De aanwezige boerderijen dateren dus van vóór 1505, want daarna werd de vaart aan de zuidzijde breder. Ik heb minstens tien boerderijen gevonden die daar vóór 1505 hebben gestaan. De Oudebildtdijk was al stevig ingeklonken en de al aanwezige sloot kon breder en dieper worden uitgegraven zonder verlies aan stabiliteit van de Oudebildtdijk. 


Kloosterschuren
De boerderijen zijn op de kaart van 1571 te herkennen als kloosterschuur een type, dat dateert van vóór 1505 en werd gebouwd en gebruikt door de kloostermeiers, boeren in dienst van de abdijen rond Billând. De meeste boerderijen hebben niet de vorm van een langhuis, maar lijken meer op de het boerderijtype kloosterschuur gezien de verhouding tussen de hoogte van de zijmuur en dak van de schuur.( Zie afbeelding 3.)

Studie van 23 boerderijen 
Ik heb 23 interessante boerderijen nader bestudeerd. 
Hiervan hadden negentien boerderijen een trapgevel op de kaart van 1570, negen langs de Burdine en negen langs de Monnikendijk en met het grondoppervlak in de vorm van de “Bildtse” winkelhaak, een twaalftal staan op een terp en drie op een natuurlijke hoogte. In de 11e en 12e eeuw, kunnen hier op ’t Bildt schuren op woon- huisterpen hebben gestaan. Deze waren zeer waarschijnlijk van het type: Peelo Hovinge 72 ,  1-beukig met de afmetingen: ca. 6,5x36 meter afb. 4.  Gezien de periode van het voorkomen van dit boerderijtype, mogelijke bewoners, gebruik (veestal), vorm en afmetingen kan dit de basis zijn geweest van de in Friesland (incl. ’t Bildt) voorkomende boerderijen van het type kop-hals-romp en winkelhaak. (hoofdzakelijk op ’t Bildt) Hiervan is de breedte van de schuur namelijk nog steeds precies het drievoudige van de breedte van genoemde basistype, namelijk 20 m en de lengte van die schuren wijkt niet veel af van 36m. 
Bron: Billând,2022/2023

© Tekst: Sytse Keizer
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’sDocumenten





    Reageren

    Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Dorpscanons Het Bildt)