Dijkdoorbraken Billând en 't Bildt
Dijkdoorbraken Billând
Voordat je het over dijkdoorbraken op ’t Billând kan hebben, moet je ook eerst de meer grotere openingen, die er in de loop van tijd langs de Noordelijke kustlijn
zijn geweest beschouwen. Hier kan de zee van nature meer vat op de kustverdediging hebben gehad.
Deze openingen zet ik hier nog ’n keer op ’n rijtje:
1. De geulen in het Boornebekken van 100 na Chr. tot 500.(afb.2)
2. Burdine van 800-1250. (afb. 3) De geul en de brede en ondiepe “uiterwaarde”, het estuarium van de Middelsee slibde langzamerhand dicht tussen 800 en 1200. Deze geul liep diagonaal over Billând, bleef nog een tijdje bestaan maar er werden al gauw aan weerszijden zomerdijken aangelegd. Na de storm van 1196 was de geul omstreeks 1200 afgedamd ter hoogte van alle vier zomerdijken van de Langstraat tot en met de Oudebildtdijk onder leiding van de monniken, samen met de al aanwezige boeren.
Die monniken hadden zich vanaf 1163 op de abdij van Mariëngaarde- Hallum en in 1182 op die van Lidlum gevestigd.
Hiermee was Billând voor de eerste keer bedijkt De stormen in 1219 en 1248 sloegen stukken zomerdijk weg en gaven de Burdine een andere vorm. Er ontstonden veel wielen en omleggingen, die niet alleen in de Oudebildtdijk zijn gevonden, maar bijvoorbeeld
ook meer binnenlands bij de Stienzer Hogedyk, de Griene Dyk, de Alddyk en de Hearewei. Alleen verder archeologisch onderzoek kan aantonen wanneer die precies hebben plaatsgevonden. Van een tiental dijkdoorbraken heb ik wel het jaar van de doorbraak
kunnen vaststellen. (zie het boek Billând, hoofdstuk 15.)
3. De dijkdoorbraak door de St.-Luciavloed van 1287. Hierdoor ontstond weer een lokale open verbinding met het Wad, die tot ongeveer 1450 na Chr. bleef. Daarna werd deze Sitkens Rijd gekanaliseerd en drooggelegd door de kleine Blikfaart en de grote Blikfaart.
Dit kwetsbare deel van de Billândse kust werd hierna ook beschermd door strekdammen.
4. 1287: Doorbraak Dijkshoek.(Voor deze dijkdoorbraken 3 en 4 zie Bildtse Tijden 13 van 16 oktober 2024-Bildt.nu)
Tijdens de zoektocht naar deze littekens van het oude Billând, kon ik in totaal 32 grote sporen van dijkdoorbraken tellen. (afb.1) Deze zijn als volgt verdeeld: 17 in de Zomerdijken (1 in de Middelweg, 10 in de Ouwe-Dyk, 1 in de Nije-Dyk en 5 in de Pôldyk, later Delta-dijk.) De rest van 15 doorbraken kon ik terugvinden in de dijken/kwelderwallen meer landinwaarts langs de zuid- en oostkant om het Billând, waar de zee al eerder het getijdebekken van de Boorne verder kon doordringen.
In mijn vorige publicaties heb ik vooral de dijkdoorbraken in de Ouwe-Dyk aangehaald. In de afbeeldingen 4 en 5 ziet u nog twee duidelijke sporen van aanslagen op de Oostkust.