Kooitje Tipelen
Kooitje tipelen is een oud volks- en behendigheidsspel dat al generaties lang op ’t Bildt wordt gespeeld, vooral in Sint Jacobiparochie en ook in Nij Altoenae. Het spel gaat terug tot de negentiende eeuw, toen boeren en arbeiders na een dag werken op het land samenkwamen voor wat ontspanning.
De dijken en open velden vormden het ideale decor om te tipelen, en de paasdagen waren hét moment om elkaar te treffen. Op Palmzondag en Paasmaandag organiseerden cafés langs de dijk en bij Zwarte Haan wedstrijden waarbij het hele dorp uitliep. Er werd aangemoedigd, gelachen, maar ook serieus gemeten wie de verste slag had. In die tijd moest soms eerst de mest van het veld worden gehaald voordat er gespeeld kon worden – een klus die erbij hoorde, vóórdat het echte werk kon beginnen. In de hoogtijdagen van het tipelen werden er zelfs clinics in het land zelf gegeven, zodat nieuwe spelers de techniek konden leren en rvaren spelers hun slagen konden verbeteren.
In de eerste helft van de twintigste eeuw kende kooitje tipelen zijn grootste populariteit. Het was een echt sociaal hoogtepunt in het dorpsleven, waar hele families naartoe trokken. Archieven uit 1954 laten zien dat het spel zo ingeburgerd was dat het vaste plek had in het paasweekend, en dat zowel cafés als inwoners er actief aan bijdroegen. Na de jaren vijftig nam de belangstelling langzaam af, maar het spel bleef voortleven in de herinnering. In 1984 werd het opnieuw opgepakt en kreeg het nieuwe structuur door de oprichting van tipelvereniging De Oasthoek. Deze vereniging zette zich actief in voor het behoud van de sport en organiseerde wedstrijden en evenementen om de traditie levend te houden. Het belang van kooitje tipelen als cultuurgoed werd ook erkend buiten de streek: het kreeg zelfs een plaats in de Encyclopedie van Friesland.
Het spel zelf is eenvoudig, maar vraagt behendigheid, timing en een beetje geluk. De kooi, een houten balletje, ligt op een kort houten latje dat rust op een platte steen. Met een stevige stok sla je tegen het uiteinde van het latje, waardoor de kooi omhoog springt. In één vloeiende beweging probeer je hem vervolgens zo ver mogelijk weg te slaan.
Sinds 1990 wordt de sport beoefend op het tipelveld langs de Kadal in Sint Jacobiparochie. Daar ligt de middellijn op zestig meter, een afstand die vaak als richtpunt wordt gebruikt. Er wordt gespeeld tot tien punten, maar naast het winnen van de wedstrijd is er altijd veel aandacht voor de verste slagen van de dag, met aparte prijzen voor mannen en vrouwen. De records staan bij de mannen op ruim 150 meter en bij de vrouwen op ruim 100 meter.
Tipelen kent veel verschillende vormen en varianten, maar kooitje tipelen zoals wij het kennen is één van de meest geliefde. Het is ook één van de weinige sporten waarbij het heel normaal is dat je tijdens het spel een biertje drinkt. Dat draagt alleen maar bij aan de gemoedelijke en gezellige sfeer die het spel kenmerkt. Vroeger werd er op veel meer plekken in de streek getipeld, maar tegenwoordig gebeurt dat vooral nog in Sint Jacobiparochie en in Nij Altoenae.
Tegenwoordig wordt er drie keer per jaar gespeeld, in een vaste groep van zo’n zestien tot twintig deelnemers. Het huidige bestuur, Lodewijk Postuma (al sinds 1981) en Jordy Plantinga, zorgt voor de organisatie, legt de materialen klaar en houdt de puntentelling bij. Het zijn ontspannen, gezellige wedstrijden waarbij sportiviteit en plezier vooropstaan.